Iets met mondkapjes ofzo…

20200519_121021

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar als iets niet kan dan wil je het juist. Ik ga normaal gesproken helemaal niet zo vaak naar de kapper. Maar nu het niet mogelijk was, leek het wel alsof mijn haar het nodig vond om extra plat en dood om m’n hoofd te gaan hangen. Alsof het mij dagelijks wilde vertellen dat ik er iets aan moest doen. Mijn moeder die in normale tijden zeer regelmatig de kapper bezoekt was ook dringender dan dringend toe aan een fijne knipbeurt bij onze kapper in Libourne. En dus besloot ik gelijk maar een afspraak te maken, toen het confinement gedeeltelijk versoepeld werd.  Ik had verwacht dat het achteraan aansluiten zou worden na weken van gedwongen sluiting. Maar tot mijn verbazing kon ik binnen een week een afspraak voor zowel mijzelf als mijn moeder maken. En zo stapten we maandagmiddag samen in de auto op pad voor onze ‘metamorfose’.(mijn moeder was toen al 2 maanden het erf niet af geweest) Toen we het erf afscheurden vroeg mijn moeder:”had je nou nog mondkapjes meegenomen?” “Ach nee, nou ja, ze zullen bij de kapper vast wel iets hebben om ons af te plakken toch? ” zei ik zelfverzekerd. Stan was direct na de heropening van de kappers naar de zijne gegaan. Daar aangekomen moest ie een mondkapje op, dat ie alvast puur per ongeluk in zijn auto had gelegd voor iets totaal anders. “Maar er zaten ook mensen met stukken doek vast getaped voor hun mond en neus.” zo legde hij uit toen hij weer terug kwam. Dus met dit in mijn achterhoofd dacht ik dat het wel los zou lopen met die mondkapjes. Aangekomen in Libourne viel het ons gelijk op dat werkelijk negen van de tien mensen die we tegenkwamen een mondkapje voor hadden. Heel anders dan bij ons in de buurt van de winkels, daar is het eerder één op de tien die een mondkapje heeft. Bij de kapper aangekomen viel mijn oog op een papier waarop vermeld stond dat het dragen van een mondkapje verplicht is. Nog steeds dacht ik dat er wel een oplossing zou komen voor het niet hebben van zo’n ding. De kapster schreef ons in en nam ons mee naar de stoel, toen vroeg ze ons, om ons mondkapje voor te doen. Ik vertelde haar dat we dat niet hadden. Ze vertelde ons vriendelijk dat ze ons dan niet mocht knippen, we konden er misschien even één kopen bij de tegenoverliggende pharmacie? Ik bedankte haar voor de tip en snelde naar de overkant. Ik vroeg daar de mevrouw om 2 mondkapjes, haar gezicht betrok nijdig en ze vertelde me op verontwaardigde toon dat ze die niet kon leveren. Ik keek verbaasd en daar leek ze nog nijdiger van te worden. Ik besloot maar gauw de pharmacie te verlaten, durfde niet te vragen of ze nog kon bedenken waar ik het wel kon vinden. Terug bij de kapper keek de eigenaresse van de kapsalon me meewarig aan. “U kunt het nog proberen bij de Carrefour, die hebben namelijk ook altijd mondkapjes op voorraad.” Ik bedankte haar dat ze ons nog vijf minuten gunde om toch nog geknipt te kunnen worden. Ik rende snel naar de Carrefour, maar ook daar geen mondkapjes. Deze keer wel een vriendelijke mevrouw die het helemaal geen vreemde vraag van mij leek te vinden. Schoorvoetend liep ik terug naar de kapsalon, waar mijn moeder nog altijd vol verwachting zat te wachten. Ook de kapster vond het vervelend voor ons en ze bood aan om dan maar een nieuwe afspraak voor ons te maken. Eenmaal buiten zei ik natuurlijk honderd keer sorry tegen m’n moeder die zich echt verheugd had op dit uitje naar de kapper. Voelde me enorm schuldig dat ik die mondkapjes die gewoon thuis in een laadje lagen niet mee had genomen.  Maar resoluut zoals m’n moeder altijd is zei ze dat er niks aan te doen was en dat we dan toch zeker wel lekker koffie gingen drinken? “Waar denk je dat te doen dan? ” vroeg ik haar. “Ik zag iemand net met een crêpe lopen dus er moet ook koffie te krijgen zijn” aldus mijn praktische, oplettende moeder. En ja bij ‘ons’ vaste lunch en koffietentje was inderdaad koffie ‘op de vuist’ te krijgen. Nergens een zitplaats te bekennen natuurlijk. En zo liep ik samen met m’n moeder in het winkelcentrum een koffietje te nuttigen. Tegenover de kiosk was één stoel beschikbaar waar ik m’n moeder even achterliet om dan in ieder geval even de boodschappentassen uit de auto te halen. “Als we hier toch zijn kunnen we wel even een boodschap doen in de Carrefour” zei ik. Op weg naar de auto liep ik langs een kinderkledingzaakje waar werkelijk beeldige setjes hingen. Gelokt door de kleurige etalage liep ik naar binnen. Gelijk kwam de verkoopster op me af benen : “mevrouw wilt u uw mondkapje opzetten, u mag hier niet binnen zonder mondkapje”. Perplex liep ik zonder iets te zeggen weer naar buiten. Verdoofd liep ik naar onze auto om de tassen eruit te halen. Toen ik terug liep kwam ik nog langs mijn favoriete dameskledingzaak, ik durfde niet meer. Door de openstaande deuren zag ik de verkoopster zonder mondkapje rondlopen en zo besloot ik toch even binnen te gaan om te kijken. De verkoopster knikte vriendelijk en ik snapte er helemaal niks meer van. Eenmaal terug bij de kiosk kwam mijn moeder naar buiten stappen met een grote plastic beschermingskap op haar hoofd. Ze kon zo zijn weggelopen uit een science fiction film. “En ik heb er voor jou ook één gekocht, kan je toch die kledingzaak in.” zei ze vrolijk. Ik moest enorm lachen, mijn lieve moedertje die geen woord Frans spreekt had even gezichtsbescherming geregeld, gewoon bij de kiosk. Weliswaar konden we er niet mee naar de kapper, sowieso was onze afspraak allang voorbij, maar de kap was ook teveel aan ons hoofd bevestigd om nog haren te kunnen knippen. En de kinderkledingwinkel wilde ik ook niet meer in, maar voor in de supermarkt wel een goed idee natuurlijk. Mijn moeder is longpatiënt en dus kwetsbaar, dus ik was erg blij dat ze daar een oplossing voor had en zo liepen we samen door de Carrefour met een mega plastic kap op ons hoofd. En nee, daar zijn geen foto’s van. Eenmaal thuis ging m’n moeder uitgebreid aan m’n vader showen hoe de kap op haar hoofd stond. En het viel m’n vader totaal niet op dat haar haren niet geknipt waren. Ik was er opeens helemaal vrolijk van geworden!!!